Guyot Advocaten - Incasso Nijmegen

Haviltex; de uitleg van de pandakte en de uitleg of aan het bepaaldheidsvereiste is voldaan

De uitleg van de pandakte gaat volgens de Haviltex-norm. Bij de vraag of aan het bepaaldheidsvereiste is voldaan bij verpanding met gebruikmaking van computerlijsten, geldt dan weer een objectieve uitlegregel. Hoe zit dat?

Haviltexen: de bedoeling en verwachting van partijen

De Hoge Raad heeft in de jaren tachtig van de vorige eeuw een standaardarrest gewezen over de uitleg van contractsbepalingen, het “Haviltex-arrest”. Dat arrest is zo standaard dat het (vooral onder juristen natuurlijk) tot een werkwoord is verworden: we moeten de overeenkomst “Haviltexen”. Daarmee wordt bedoeld dat de subjectieve partijbedoeling bij de betreffende contractsbepaling moet worden achterhaald. Het komt aan, aldus de Hoge Raad “op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.”

Over de afgelopen decennia heeft de Hoge Raad een reeks van arresten gewezen die voortborduren op Haviltex en nuanceren.

Kort (en onvolledig) gezegd: heeft een contract meer betekenis voor derden die niet betrokken waren bij de totstandkoming daarvan, dan is er minder ruimte voor subjectieve invloeden bij de uitleg. Het komt dan aan op een objectievere, grammaticale uitleg, oftewel: wat staat er nu eigenlijk letterlijk in het contract. Het voorgaande geldt ook indien partijen professioneel zijn begeleid bij de totstandkoming van een contract.

Maar in de basis is de hiervoor geciteerde norm uit het Haviltex-arrest nog altijd leidend.

De uitleg van de pandakte en het bepaaldheidsvereiste

De Haviltex-norm geldt ook voor de uitleg van een pandakte. In een recent arrest heeft de Hoge Raad hierover geoordeeld (ECLI:NL:HR:2019:1841). In dit geval was er sprake van een zogenaamde stampandakte. Dat is een overeenkomst waarbij de pandgever zich ertoe verplicht om toekomstige vorderingen te verpanden aan de pandhouder. Vaak wordt in zo’n stampandakte verwezen naar een zogenaamde “computerlijst”, of “pandlijst”. Die algemene lijst met vorderingen wordt periodiek door de pandgever aan de pandhouder verstrekt. De vorderingen die op die lijst staan vermeld zijn dan vanaf dat moment verpand. Verpanding van toekomstige vorderingen is mogelijk als is voldaan aan het wettelijke “bepaaldheidsvereiste”. Daaraan is voldaan als de pandakte maar “zodanige gegevens bevat dat, eventueel achteraf, aan de hand daarvan kan worden vastgesteld om welke vordering het gaat”.  Door de duidelijke verwijzing naar de vorderingen die op de periodieke computerlijsten vermeld staan, is volgens vaste rechtspraak aan het bepaaldheidsvereiste voldaan.

Probleem

Maar er ontstond een probleem (anders zou er niet tot en met de Hoge Raad zijn geprocedeerd natuurlijk): partijen hadden in de pandakte zelf verwezen naar een lijst met concrete vorderingen, die ook als bijlage aan de pandakte was gehecht. De vordering waarop de pandhouder zich wilde verhalen stond niet op die lijst vermeld. De pandhouder meende echter dat uit de partijbedoeling bij de pandakte volgde dat de betreffende vordering wél onder het pandrecht viel. De pandgever vond uiteraard van niet.

Bepaaldheidsvereiste wordt niet uitgelegd volgens Haviltex

De pandgever kreeg gelijk. De Hoge Raad maakt duidelijk dat uitleg van de pandakte weliswaar plaatsvindt volgens de subjectieve Haviltex-norm, maar daarvan moet worden onderscheiden de vraag of aan het bepaaldheidsvereiste is voldaan. Bij die laatste vraag is geen ruimte voor de stelling dat partijen heus hadden bedoeld ook de vordering te verpanden die niet op de lijst stond. Het bepaaldheidsvereiste wordt objectief benaderd.

Hoe had dit voorkomen kunnen worden?

Nemen partijen in een pandakte simpelweg in een algemene omschrijving op dat het pandrecht ziet op alle bestaande en toekomstige vorderingen, dan valt de vordering wel onder het pandrecht. In dat geval kan dan namelijk achteraf, aan de hand van de administratie, worden bepaald dat ook de betreffende vordering is verpand. Maar door uitdrukkelijk te verwijzen naar de lijst met specifieke vorderingen die als bijlage aan de pandakte was gehecht, hebben de partijen in de casus van het besproken arrest – waarschijnlijk onbedoeld – het bereik van het pandrecht beperkt tot de vorderingen die op die lijst zijn opgenomen. Staat een vordering niet op die lijst dan valt die niet onder het pandrecht.

Werk jij met verpanding van toekomstige vorderingen?

Let dus op hoe je de afspraken vastlegt. Dit kan een grote invloed hebben op de verhaalbaarheid van de vorderingen. Bij twijfel denken wij graag met je mee, dus neem gerust contact met ons op.

Gerelateerde blogs

Artikel

Bankgarantie verhuurder bij faillissement huurder

De bankgarantie die een verhuurder heeft lijkt nog maar weinig waard na faillissement van de huurder van onroerend goed. Dit volgt uit een recente uitspraak van de Hoge Raad van 14 januari 2011. In dit artikel bespreken we de gevolgen van deze uitspraak voor de vastgoedsector. Dit artikel is gepubliceerd door Vastgoed Journaal.